maandag 10 juli 2017

17-07-08-DNZ Oosterscheldepad Sint-Philipsland

zaterdag 8 juli 2017   21 km

In ieder geval meer dan 12 jaar geleden zijn we ooit vanuit Gouda met het Oosterscheldepad begonnen. Vorig jaar hebben we het weer vanuit Ede opgenomen, maar het blijft een uithoek. Dit jaar beginnen we met Sint-Philipsland. Een review is bemoedigend: de saaiste wandelroute van Nederland. Om er te komen gaan we eerst met de trein naar Rotterdam, vervolgens met de metro naar Zuidplein, dan met de bus naar Oude-Tonge en tenslotte met de haltetaxi naar Sint-Philipsland.  Als we met de bus in Oude-Tonge aankomen staat onze taxi al gereed en even na half tien kunnen we aan de wandeling beginnen. We lopen eerst naar de molen de Hoop. Deze is in 1724 gebouwd in opdracht van Henriëtta Margaretha de Mauregnault die ambtsvrouwe van Sint-Philipsland was. Hiervoor stond er al een standaardmolen.


Wij gaan op een bankje naast de molen zitten met uitzicht op het Krabbenkreek voor een bakkie leut met een stuk zelfgebakken walnotenwortelcake. Op de dijk staat ook een aardig beeldhouwwerk:  ZUUDWEST van Hedi Bogaers. 



Wij lopen de dijk af de Voorstraat in.



Aan het eind staat de Ned. Hervormde Kerk uit 1668.




Het eiland is in 1487 bedijkt in opdracht van Anna van Bourgondië, een buitenechtelijk kind van Philips van Bourgondië. Er volgen echter diverse overstromingen, waarna het eiland werd opgegeven. Pas in 1645 werd het opnieuw bedijkt. Even buiten het dorp komen we bij Hollands hoeve. Deze grote boerderij werd in 1650 gebouwd naast de Luysterkreek die toen nog in open verbinding met de zee stond. De huidige gebouwen zijn van later datum.



We lopen op de Oostdijk, de vroegere begrenzing van het eiland. In de berm zien we een oranje zandoogje.



Vervolgens gaan we de Noorddijk op. Vroeger lag hier een diepe kreek achter de dijk in een groot schorren gebied. In 1847 werd dit gebied bedijkt en kreeg de naam Anna Jacobapolder. Het plaatsje Anna Jacobapolder is hier op de foto te zien, evenals de in 1852 afgesloten Bruintjeskreek.



De Bruintjeskreek is nu een natuurgebied waar vele vogelsoorten graag komen.




We zien tafeleenden zwemmen.


Een moeder wilde eend gaat er met haar twee jongen snel vandoor



en in een hoekje zien we 4 lepelaars.



We proberen wat dichterbij te komen, een kudde schapen gaat met ons mee.



Ik ga onder langs de dijk lopen om uit het zicht te blijven. maar Lilian begrijpt dit niet en gaat plotseling weer naar boven en zijn de vogels letterlijk gevlogen. We volgen de dijk weer in omgekeerde richting. Dit gaat vrij moeizaam met de ruige begroeiing.



Wij blijven de dijk volgen ook al neemt de route gedeeltelijk asfaltwegen tot we bij het Mastgat komen. Hier volgen we verder de zeedijk ook al gaat de route landinwaarts.  Op het water wordt veel gevaren, zowel recreatief als beroepsmatig.



Langs de dijk zijn veel buitenlanders, die hier nu bij eb oesters aan het verzamelen zijn. Dat gaat met kratten, emmers en maxi-tassen tegelijk. We naderen het dorpje Sluis. Vlak ervoor is de plaats waar vroeger het veer naar Schouwen-Duiveland was. In 1900 werd er van Steenbergen tot het veer een spoor aangelegd. Aan de andere zijde van de Zijpe ging het spoor verder naar Burgh-Haamstede. Tijdens WO II liep het spoor veel schade op, maar dat werd hersteld. De watersnoodramp van 1953 was echter de doodsteek voor deze verbinding.
Vanaf Sluis ligt er een strook schorren naast de dijk. We zien een paar kleine zilverreigers aan de rand staan.



Een zeldzaam geworden overblijfsel uit het verleden is de hollestelle. Herders die schapen hoedden in de kwelders moesten zich terugtrekken bij hoogwater. Daartoe waren er cirkelvormige dijken aangelegd op de kwelderbodem. Aan de binnenkant bleef regenwater staan. De klei liet water nagenoeg niet door. Zo konden de schapen hier ook zoet water drinken.



Als we bomen boven de dijk zien uit komen is dat een signaal om naar de andere kant van de dijk te gaan.



Hier bevindt zich een in 1882 aangelegde eendenkooi.



Wij lopen naar en door Anna Jacobapolder een dorp met eenvoudige huisjes, die vroeger voor de landarbeiders waren. Wel groots is het monument midden in de plaats dat herinnert aan de indijking door de eigenaar M F Delcampo.



We lopen terug naar de schorren, die hier Rumoirtschorren heten en ook wat breder zijn.






In de kwelder staat veel lamsoor te bloeien, op de dijk zien we ook wel aardige planten staan.



Langs een dijk lopen we terug naar Sint Philipsland, 


waar we in de Voorstraat bij Us Durp op het terras van een biertje genieten. Als we terug naar de bushalte lopen, staat een zorgtaxi al voor ons klaar en worden we dit keer snel naar Oud-Vossemeer gebracht. Daar nemen we de bus naar Bergen op Zoom en vervolgens de trein  die ons via Roosendaal en Nijmegen weer thuis brengt. De saaiste wandeling van Nederland? We kunnen het niet beamen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten